Bij een “ik kan kaart” wil jouw kind iets leren. Je kind verzint het zelf en is daardoor gemotiveerd om het te leren. Je kind zal zelf tevreden zijn als het lukt. De kaart wordt bijgehouden door je kind en brengt in beeld hoe vaak het lukt. Dit stimuleert je kind om ermee door te gaan. Er hoeft vaak geen beloning gekoppeld te worden aan hetgeen je kind wil leren, aangezien hij waarschijnlijk trots genoeg is op zichzelf. Als hetgeen je kind wil leren moeilijk voor hem is kan je samen afspreken hoe je hem kan stimuleren en begeleiden. Je kind is echter de “manager” van het leerproces.
Een beloningskaart gebruik je als jij jouw kind bepaald gedrag aan wilt leren. De vraag is of je kind zelf gemotiveerd is voor het nieuwe gedrag. Over het algemeen ga je er als ouder vanuit dat je kind in staat is het nieuwe gedrag te vertonen, maar dat niet uit zichzelf doet. Een reden kan zijn dat hij er geen belang bij heeft, maar misschien is het aan te leren gedrag zo nieuw voor hem dat hij het zich nog eigen moet maken. Jij hebt als ouder belang bij het aan te leren gedrag. Het is jouw opvoed-uitdaging, met andere woorden: jij bent de manager van het leerproces.
In sommige gevallen kan je kiezen tussen een “ik kan kaart” in plaats van een beloningskaart. Bijvoorbeeld bij zindelijkheid. Het uitgangspunt bij een “ik kan kaart” blijft dat je kind zelf gemotiveerd is om zindelijk te worden en dat je kind aangeeft hoe jij hem daarbij kan helpen. Niet iedere peuter zal dit al kunnen, simpelweg omdat ze nog te jong zijn om te bedenken wat jij moet doen om hun te helpen. En niet iedere ouder ziet dit zitten, omdat je als ouder nou eenmaal graag (meer) invloed wilt hebben op de ontwikkeling van je kinderen.
Een belangrijk aandachtspunt bij beide kaarten is dat het aan te leren gedrag in de praktijk haalbaar is! Anders zal het averechts werken om ermee aan de slag te gaan!
Naar mijn mening is het niet altijd beter om de ene kaart of de andere kaart te gebruiken. Ik denk dat je als ouder moet kijken welke kaart past bij jezelf, je kind, het aan te leren gedrag, de situatie enz… En op basis daarvan maak je een keus tussen de ene of de andere aanpak.
