Onze kinderen eten bijna alles, hoe kan dat?

Ik was zelf vroeger een hele slechte eter, luste bijna niks en hield zeker niet van nieuwe dingen. Een echte Nederlander: “wat de boer niet kent…”

Toen wij kinderen kregen had ik me daarom ingesteld op een hoop strijd tijdens het eten. Tot mijn verbazing valt dat reuze mee. Mijn uitgangspunt is dat kinderen moeten wennen aan alle nieuwe smaken, dus de eerste paar keer zullen ze nieuwe dingen niet lekker vinden. Toen ze als dreumes gingen eten naast de flessen melk merkte ik dat ze sommige dingen meteen lekker vonden en andere niet. Dat viel mee, want ik was ervan uitgegaan dat ze niks zouden lusten…

We hebben onze kinderen altijd alles gegeven, eerst gemalen en al heel snel gewoon op hun bord. Ze hebben altijd van alles een paar happen moeten eten, wij houden hun leeftijd aan voor het aantal happen dat gegeten moet worden. Al snel kregen ze zelf ook in de gaten dat ze steeds meer smaken lekker vonden: “Eerst lustte ik dat nog niet en nu wel!” Onze kinderen helpen zelf vaak met koken en omdat ze het zelf gekookt hebben zijn ze trots en vinden ze het lekkerder. Wat wij doen is beginnen met een kleine porties, bijvoorbeeld een halve opscheplepel. Het is leuker om bij te scheppen dan om je bord niet leeg te krijgen toch? “Ik heb al 4 borden opgegeten!” roepen onze kinderen regelmatig. Heel flauw zeggen wij dan: “Heb je je bord op? of je eten?”

Natuurlijk zijn er bij ons aan tafel momenten dat ze niet goed eten, het eten echt niet lusten. Soms hebben ze uiteindelijk echt weinig gegeten. Ze mogen dan wel een toetje, maar verder wordt er niks anders gegeten. “Als je nog honger hebt, is dat jammer” En wij hanteren consequent de regel: “Je mag niet van tafel als je nog niet op hebt wat is afgesproken”.

Wellicht is het heel logisch, maar een uur voor het eten wordt er niet meer gegeten, zeker geen koeken, chips of bananen. Heel soms nog een stuk appel of mandarijn, maar ze moeten wel trek hebben als we samen aan tafel gaan eten.

Reflectie: Hoe komt het dat onze aanpak best goed werkt?

  • Duidelijke regels (paar happen eten, aan tafel blijven, niks anders eten)
  • Haalbare realistische verwachtingen (kleine porties, wennen aan nieuwe smaken)
  • Uitleg over de reden dat ze iets (nog) niet lusten
  • Aandacht (samen eten en koken)
  • De kinderen hebben deels controle over hoeveel ze eten, mogen zelf opscheppen
This entry was posted in DAGBOEK and tagged , , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.