Vanaf welke leeftijd kun je werken met een beloningskaart?

Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. En het ene kind is gevoeliger voor een beloningskaart dan het ander. Wat ik hieronder beschrijf zal dus ook niet voor ieder kind gelden, maar voor het “gemiddelde kind”. Gelukkig is niet ieder kind gemiddeld en als ouder zul je daarom in moeten inschatten of uitproberen welk effect een beloningskaart kan hebben.

In zijn algemeenheid kun je zeggen dat kinderen vanaf 4 jaar leren om in processen te denken. Dat betekent dat ze dan in staat zijn tot dit soort ‘oorzaak-gevolg-gedachtes: “Als ik dit doe dan gebeurt dat….”.  Vanaf 4 jaar leren ze dus het verband leggen tussen het gedrag, de sticker en de beloning.

Voor die tijd kun je weliswaar een kaart gebruiken, maar kun je nog niet van je kind verwachten dat die het echt snapt. Tussen de anderhalf en de drie jaar neemt de onafhankelijkheid van je kind toe. Ze ontwikkelen een eigen ik. Als ouder is het goed dit aan te moedigen, door je kind zélf te laten kiezen en zélf te laten doen. Je kind te steunen bij pogingen om moeilijke taak te volbrengen. Ze hoeven niet alles alleen te doen. Wel: initiatieven van kind om zelf activiteiten te ondernemen volgen en aanmoedigen. En regels en grenzen stellen, gedrag sturen door duidelijk en consequent grenzen aan te geven. Wat is de meerwaarde van een beloningskaart in de peuterfase? Ze ontdekken eigenlijk dat als zij iets doen dat ze dan een sticker te plakken. Ze zullen echter het verband nog niet echt snappen. Ze ontdekken wel dat het leuk om het gedrag te vertonen waarvoor ze een sticker krijgen. Waarschijnlijk zullen ze het daardoor vaker doen of met minder tegenzin. Belangrijk daarbij is om (kort) uit te leggen waarom het goed is dat ze zich zo gedragen. Zo leren ze het echt begrijpen.

This entry was posted in TIPS and tagged , , , , , , , , , , , . Bookmark the permalink.

Comments are closed.