Ik ben op zoek naar een methode om mijn zoon te helpen bij het begrijpen van vandaag, morgen en gisteren en ook ochtend middag avond. (relatieve tijdsbegrippen).

Ik zal een voorbeeld noemen: Als hij vraagt,”Ik ga toch zwemmen” dan zeg ik: „ja je gaat vanmiddag zwemmen” zijn antwoord is dan: „vanmiddag, is dat vandaag?
Nog een voorbeeld: Ik vertel hem: je mag morgen logeren. Dan zegt hij: Vandaag is toch morgen, want ik heb nu toch geslapen?

Belangrijk om te beseffen is dat kinderen vanaf 5 jaar tijdsbegrippen als vandaag, morgen, gisteren, straks, nu, binnenkort of zojuist leren toepassen. Vanaf 6 kunnen de meeste kinderen dagdelen (morgen, middag, avond), dagen van de week, seizoenen, maanden en jaren in de juiste volgorde noemen. Ook het klokkijken komt nu op gang. (via JMouders)

Hoe kan je jonge kinderen of kinderen met een beperking toch een beetje inzicht geven in tijd? Hang een weekplanner, zoals de onderstaande op in huis. Om de dagen van de week te verduidelijken laat je je kind iedere dag een knijper plaatsen op de juiste dag aan de onderkant.Om de dagdelen te verduidelijken kan je je kind een andere knijper aan de zijkant op het juiste dagdeel (ochtend/middag/avond) laten plaatsen. Bijzondere activiteiten kun je in de weekplanner aangeven met plaatjes op het juiste dagdeel.