Intrigerend vind ik het wat je kinderen (5-6 jaar) allemaal wijs kan maken in deze tijden van Sinterklaas. Ze nemen echt van alles aan als je en stellen maar weinig kritische vragen. En als ze al eens iets vragen vinden ze het antwoord makkelijk goed.
Als je kinderen in deze tijden zoveel onzin kunt laten geloven, dan kan je dat normaal ook?! Nu zit je ze heel bewust voor de gek te houden, maar doe je dat (onbewust) niet altijd een beetje? Zeg je weleens dat als ze nu niet opschieten je gewoon doorloopt? Wat antwoord je als ze vragen hoe die baby in de buik komt? Of om te stimuleren dat ze door blijven lopen: “Wat kan jij hard lopen, ik kan je haast niet bijhouden.” “Jij bent de beste voetballer.” enz.
Rond de leeftijd, 3-6 jaar hebben ze zo’n levendige fantasie dat er van alles mogelijk is. Meestal ligt het meer aan je toon of omdat je zelf moet lachen dat ze iets niet geloven, niet aan de inhoud. Al schrijvend merk ik dat ik me afvraag of het erg is dat je niet altijd de waarheid spreekt? In sommige gevallen heb je een ander doel zoals bijvoorbeeld dat ze door moeten lopen. Of je schat in dat de waarheid nog te moeilijk of te heftig is voor ze, dat is het geval bij de vraag hoe een baby in de buik komt. In het laatste voorbeeld, ‘je ben de beste voetballer’ wil je een compliment geven. Even ervan uitgaande dat je kind niet de beste voetballer is, maar jij zegt van wel en hij gelooft dat? Is dat erg? Is dat goed voor zijn zelfvertrouwen? Is dat goed voor zijn vertrouwen in jouw oordeel? Dit is denk ik wel belangrijk om over na te denken voordat je complimenten geeft die niet helemaal waar zijn… Daar ga ik zelf in ieder geval wel kritischer op letten.
Je kan volgens mij niet altijd de waarheid spreken tegen kinderen, maar het is wel goed om na te denken wat je kind snapt en wat hij ervan leert. Als dit past bij wat jij hem/haar wilt leren is een leugentje om bestwil soms best handig. Bijvoorbeeld als een kind bang is voor een monster op zijn kamer kan je er gewoon een ander dier bij fantaseren. Dat andere dier jaagt het monster weg. Dat werkt vaak goed, al lijkt het onzin. Voor kinderen is het heel logisch.